FAQ met Armand van Oosterwijck

Vraag & antwoord

Armand van Oosterwijck is Senior Beleidsadviseur Kwaliteit en Veiligheid Patiëntenzorg in het Radboudumc. Vanuit deze functie is hij betrokken bij de ‘Sturen op Kwaliteit projecten’ Intensive Care, Heelkunde en Hoofdhalsoncologie-keten. Hieronder vind je het antwoord van Armand op frequently asked questions over het programma Sturen op Kwaliteit en hoe deze verbetertrajecten op het gebied van kwaliteit van zorg er in de praktijk uitzien.

Hoe zien de projecten binnen het programma Sturen op Kwaliteit eruit?

Binnen de projecten zijn kernsets tot stand gekomen. Door middel van deze kernsets wordt het onderwerp kwaliteit besproken tijdens het Q-gesprek tussen afdelingsleiding en Raad van Bestuur. Door deze kernsets krijgen de gesprekken meer inhoud en verdieping. Deze inhoud geeft weer wat de afdeling zelf belangrijk vindt, waar prioriteit ligt en waar dan ook daadwerkelijk op gestuurd kan worden.

Wat is jouw rol als Senior Adviseur Kwaliteit en Veiligheid binnen dit traject?

Mijn rol was verschillend per project. Bij het project op de Intensive Care ben ik pas in een later stadium betrokken geraakt. Hier was ik één van de ondervraagden bij de Delphi Studie. Bij het project Hoofd- halsoncologie keten zat ik in de projectgroep. Hierbij was ik dan ook nauwer en vanaf het begin betrokken. Het Heelkunde project is ontwikkeld in het AMC en later in het Radboudumc geagendeerd in de kwartaalgesprekken.
De dataverzameling wordt gedaan door de afdeling. Samen met de onderzoekers en de afdeling maak ik een vertaalslag voor de indicatoren zodat de inhoud past in het kwartaalgesprek. Het wordt bewust niet voorzien van een advies om zo op inhoud het goede gesprek aan tafel plaats te kunnen laten vinden tussen afdelingsleiding e bestuurder. Het gesprek wordt open gelaten waardoor je een gesprek hebt over de juiste onderwerpen.

Wie zijn er nog meer allemaal betrokken?

Stakeholders op inhoud. Bij de Intensive Care zijn dit het afdelingshoofd en de medewerkers van de Intensive Care. Bij de Hoofd- halsoncologie keten zijn dit de keten-eigenaren. Daarnaast moet er een projectleider worden aangesteld. Mijn rol vanuit de Concernstaf Kwaliteit en Veiligheid was de Raad van Bestuur aanhaken zodat zij weten wat er speelt.  

Vaak wordt er gesproken over de hoge registratielast. Wordt het door dit programma niet nog meer?

Nee, het helpt juist bij het aanbrengen van focus. Op de Intensive Care heeft het geleid tot mínder registratielast. Momenteel hoeft alleen de beperkte kernset aan indicatoren te worden aangeleverd bij de IGJ en wetenschappelijke verenigingen. Het experiment Zire (Zinvolle Registratie) is voortgekomen uit het Intensive Care project van dit programma. De kernset leidt tot indicatoren die bruikbaar zijn voor kwaliteitsverbeteringen en relevant zijn voor uitkomsten voor patiënten. Met het verminderen van de registratielast krijgen zorgverleners meer tijd voor de patiënt. In de loop van 2018 en 2019 wordt gekeken welk effect dit heeft op de kwaliteit van geleverde zorg.

Hoe kijkt de afdeling tegen de kernsets en ‘de nieuwe gespreksinhoud’ aan?

Het wordt als zeer positief ervaren. Het zorgt voor het juiste niveau van verdieping in de kwartaalgesprekken. Het gaat echt over de inhoud op het gebied van kwaliteit.

Wat vindt de Raad van Bestuur van het nieuwe agendapunt voor het kwartaalgesprek?

Ook vanuit de Raad van Bestuur wordt het als zeer positief ervaren. De inhoud geeft hen een goed beeld van wat er nu echt speelt. Buiten de onderwerpen over beleid, proces en financiën wordt dit zeker als belangrijk ervaren en van grote toegevoegde waarde.

Wat zijn de randvoorwaarden om dit traject tot een succes te maken?

Het is belangrijk dat het betrokken afdelingshoofd erachter staat. Daarnaast moet de Raad van Bestuur zich comfortabel voelen en het belangrijk vinden om het over zorginhoudelijke zaken te hebben.
Op het bied van proces is het belangrijk dat alle stakeholders vanaf het begin aangehaakt zijn en mee worden genomen tijdens de besluitvorming.

Wat zijn de succesfactor en toegevoegde waarde van het programma Sturen op Kwaliteit?

Het Q-gesprek wordt erdoor verrijkt. Er ontstaat een betere inhoudelijke lading die bij de afdeling past. Je hebt het niet over algemeenheden omdat de afdeling zelf aangeeft wat belangrijk is. Hierin worden alle stakeholders meegenomen; bestuurders, afdelingshoofden, zorgprofessionals, kwaliteitsadviseurs maar ook zeker de patiënt. Zo krijgt de Raad van Bestuur een realistisch beeld van hoe het er op een afdeling aan toegaat en hoe ze ervoor staan. Zodat de Raad van Bestuur kan sturen op kwaliteit.

Zoals je eerder aangeeft willen jullie dit programma ook op andere afdelingen uitrollen. Hoe is dit in te passen in de lokale behoeften van de afdeling?

In de kernsets zijn veel indicatoren die overeenkomen en die relevant zijn voor andere ketens of afdelingen. Hierbij kun je denken aan: onverwachte heropnames of mortaliteitsratio’s. Dit zijn over het algemeen goede indicatoren om kwaliteit te meten op een afdeling. Daarnaast zijn er ook specifieke indicatoren voor een afdeling of specialisme. Bij de Hoofd- halsoncologie keten is dat bijvoorbeeld: hoe snel er een diëtist betrokken is. De kernsets hoeven dan ook niet 1-op-1 te worden overgenomen maar zijn aan te passen aan lokale behoeften. Bij het Intensive Care project is hiervoor gebruikt gemaakt van de Delphi-methode. Deelnemers aan het onderzoek beoordeelden bestaande parameters en maakten hieruit een selectie van de lokaal meest relevante parameters. Een set van 122 kwaliteitsparameters is op die manier teruggebracht naar een kernset van 10 parameters per ziekenhuis. Allen gerelateerd aan patiëntveiligheid en continue kwaliteitsverbetering. Dit onderzoek heeft plaatsgevonden in het LUMC en het Radboudumc. Meer dan de helft van de indicatoren kwamen overeen, aangevuld met lokaal relevante indicatoren.

Voor wie is dit programma nog meer interessant?

Er wordt vaak gestuurd op afdelingen en niet op ketens of samenwerkingen. Vaak ligt er al veel informatie op de plank (bv DICA) en is er een grote behoefte om samen iets te gaan doen. Ketens, zowel intern als extern, krijgen daarnaast een steeds prominentere plek binnen de gezondheidszorg. Met vergelijkbare stuurinformatie zouden we grote stappen kunnen zetten in de verbetering van kwaliteit binnen ketens.

Zou je het programma in één zin kunnen samenvatten?

Het mooie aan het programma is dat je met het hoogste niveau van de organisatie (de Raad van Bestuur) helemaal afdaalt tot de inhoud. Zo gaat bij de bestuurders echt leven wat er speelt op een afdeling en wat belangrijk is voor een afdeling.

portret
Armand van Oosterwijck
Senior Beleidsadviseur Kwaliteit en Veiligheid Patiëntenzorg in het Radboudumc